Hoest?!
Vrijdagmiddag liep ik door het centrum van Helmond. Er lag een behoorlijk pak sneeuw, maar gelukkig sneeuwde het op dat moment niet meer. Mijn oog viel op een man met een scootmobiel, die druk aan het telefoneren was. Kwaad drukte hij de telefoon uit en stopte hem in zijn zak. Een man die naast hem stond vroeg: "Zòt ie nog komme of zòt ie ons laote zitte?" Ik liep door, maar toen ik nog even achterom keek, zag ik dat er een sticker met TOP Oss achterop zijn scootmobiel zat. Die komen uit Oss, voor de wedstrijd vanavond tegen Helmond Sport, dacht ik. Ik twijfelde even, maar liep toch terug. “Het voetbal gaat niet door vanavond”, zei ik. “Hoest?!”, zei de man in de scootmobiel sacherijnig. “Dat weten wij ook wel.” Daarna kreeg hij een enorme hoestbui. Ik had een beetje spijt dat ik terug was gelopen. Toen hij uitgehoest was, verontschuldigde hij zich voor zijn korte lontje. “Het zit de laatste tijd niet mee”, zei de man zonder scootmobiel. “We zijn hier afgezet door de Regio-taxi. Maar de terugweg hadden we om 22:00 uur gepland. Nu is het voetbal afgelast, maar willen ze ons niet eerder terug brengen.”
Als troost bood ik de twee mannen een Bavaria aan. Op weg naar het café, moest ik ineens denken aan de 'scootmobiel-hooligan'. Die kwam ook uit Oss. Deze Ossenaren kenden de 'scootmobiel-hooligan' (die na afloop van een wedstrijd een scheidsrechter aanreed) alleen van het voetbal. “Ik zit pas in een rolstoel, door longkanker”, zei hij alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Hij zag dat ik niet wist wat ik moest zeggen. “Ik heb alles gedaan wat God verboden heeft en dit is blijkbaar mijn straf”, vervolgde hij zijn verhaal. “Nu ben ik bezig met, zoals ik het zelf noem ‘een afscheidstournee langs de velden’.” “Ga je al lang naar FC Oss, vroeg ik?” “Het is TOP, geen FC Oss”, zei hij fel. “Al vanaf mijn vijfde en ik ben nu 45. Ik heb heel wat mee gemaakt met die club en daarbuiten. Ben altijd vrijgezel geweest, dus had tijd genoeg voor voetbal. Ik was er ook bij in de Kuip in 1987. Maar over dat gedoe met ‘de Bommengooier van Oss’, wil ik liever niet praten, dat had niets met TOP te maken. Maar nu ik weet dat ik niet lang meer te leven heb, ben ik een stuk milder geworden. Ik heb twee weken geleden voor het eerst in mijn leven een Bossche bol op.” Ik moest even na denken, maar begreep toen dat hij het had over de rivaliteit tussen Oss en Den Bosch. Die is te vergelijken met die tussen Helmond en Eindhoven. Plotseling kreeg hij weer een hoestbui. “Maar ik geniet nog wel van iedere wedstrijd. Vorige week tegen Sparta was ik geloof ik de enige Ossenaar die bleef zitten toen het 5-1 werd. Er zijn belangrijkere dingen dan voetbal. Ik vond die actie ‘Sta op tegen kanker’ een mooi gebaar. Al heb ik er niet meer veel aan.” Ik zag zowaar een traan over zijn wang biggelen.
Het is ‘het weekend van bezinning’. Misschien is het wel goed dat er, om verschillende redenen, geen of weinig voetbal is dit weekend. Kunnen we allemaal even nadenken over wat er echt belangrijk is in het leven.