1 Mei 1982 (Helmond Sport – Veendam)
1 Mei 1982 (Helmond Sport – Veendam)
Ik was 13 jaar en aan de 1 meiviering deed ik niet. Wel ging ik iedere 14 dagen naar “De Braak”, het liefst op ‘het fietske’. Maar, ik woonde aan de andere kant van Helmond en mocht niet altijd op de fiets. Ik kon wel vaak met de auto van de vader van mijn vriendje meerijden. Maar hij vertrok altijd veel te laat en dan waren we pas 10 minuten voor aanvang in het stadion. Terwijl, als we op het fietske gingen, we een van de eerste waren. Nog erger was het dat hij, als er nog vijf minuten te spelen waren, al naar huis wilde. “Dan is het niet zo druk op de parkeerplaats”, zei hij dan. Onbegrijpelijk vond ik dat. Steevast vroeg hij, als we in de auto zaten: “Tegen wie moeten ze eigenlijk”. Hij wist niet eens tegen wie we moesten spelen! Tegen wie PSV dat weekend moest, ja dat wist hij wel. Het feit dat hij sprak over “ze” en niet over “we” toonde ook al weinig clubliefde. Bovendien haalde hij ook namen van sommige spelers door elkaar. Maar goed, ik mocht wel met hem meerijden. Zo ook deze 1 mei waarop het ongelofelijke zou moeten gaan gebeuren. We zouden kunnen promoveren, Helmond Sport eredivisie…
Na jaren van slecht voetbal, veel verlies en nog veel meer Helmonds gevloek speelden we op deze zaterdag voor promotie naar de ERE DIVISIE. Tegenstander: Veendam. Dit seizoen was vanaf de eerste wedstrijd uniek. Voor het eerst werden we periodekampioen. Na 30 wedstrijden hadden we pas twee keer verloren, iets wat meestal al na vier wedstrijden gebeurd was. Winst vanavond zou zeker promotie opleveren en bij een gelijkspel van Heerenveen was zelfs één punt al voldoende. Ik had die week erg slecht geslapen en droomde volop, volgend jaar uit naar PSV, stel je voor. Ik had toen al een hekel aan het rijke PSV. Er gingen vaak meer Helmonders naar PSV dan naar ons eigen Helmond Sport. Bovendien betekende het dat we volgend jaar grote Panini plaatjes van onze helden zouden krijgen, want de plaatjes van de eerste divisie waren veel kleiner.
Het stadion zat die avond bomvol met 9.000 toeschouwers. Het leek erop dat het stadionnetje zo in kon storten. Ik had wedstrijden meegemaakt met amper 1.000 klagende Helmonders.
Na 12 minuten scoorde Ruud Metz met een schitterend hakje (later geloof ik nog het doelpunt vd maand) de 0-1 voor Veendam. Dat was ook de ruststand. Heerenveen, dat tegen aartsrivaal Cambuur speelde, stond nog steeds op 0-0. Mijn nagels waren na de eerste 15 minuten al kaalgevreten.
Na de rust gebeurde er een klein wonder. Ad de Wert maakte 1-1. Ad scoorde bijna nooit. Ad de Wert was mijn held. Hij speelde dan ook op dezelfde positie als ik in ons elftal: “laatste man”. Iedereen wilde (Skiete) Willy vd Kuilen zijn. Ik niet, ik was op het schoolplein altijd Ad de Wert. Dat nou precies mijn held de man van de gelijkmaker werd. Acht jaar lang onverzettelijk, maar naamloos beulen voor Helmond Sport. De fabrieksarbeider (het waren immers semi-profs) maakte gelijk op 1 mei! Veel tijd om na te genieten was er niet. Er kwam bericht uit het hoge Noorden: Heerenveen had “nondeju” ook gescoord. We moesten dus toch winnen. Er waren inmiddels 85 minuten voorbij en nog steeds was het 1-1. In Friesland was het al afgelopen en bleef het 1-0. “Du volgende week in Skiedam dan mar” hoorde ik een echte Helmonder naast me zeggen. Naar Schiedam (SVV) zou ik waarschijnlijk toch niet mogen van mijn ouders. Nee, vanavond moest het gebeuren. De klok stond op 88 minuten en de vader van mijn vriend begon zijn autosleutels te zoeken. “Zal wel druk zijn op de parkeerplaats” zag ik ‘m denken. “Nu toch niet weg?”, denk ik. 89 ste minuut en hij zegt: “We gaan alvast, het zal wel 1 – 1 blijven”. Volgzaam lopen we achter “de lul” aan. Onder het lopen naar de uitgang volg ik, zover dat nog mogelijk is, de bal. We kunnen gelukkig niet snel lopen, want er zijn meer “waardeloze mensen” die al naar hun “Truus of Mien” willen. Plotseling blijft iedereen stilstaan, Harry Lubse (ja, de ex-PSV-er) scoort 30 seconden voor tijd de 2-1. De Braak ontploft en ik geloof dat ik die avond mijn eerste echte erectie gekregen heb. Voor ik het weet sta ik midden op het veld. Wildvreemde mensen omhelzen elkaar. Hoe laat we weer in de auto zaten weet ik niet meer, wel dat ik, vanaf die dag alleen nog maar op het fietske naar de Braak zou gaan.